Als mensen in een groep zijn, gaan ze snel vergelijken. Zo is het ook in het revalidatiecentrum waar ik als geestelijk verzorger werk. Er is een afdeling voor mensen die een herseninfarct hebben gehad. De revalidanten op die afdeling kijken naar elkaar, en schatten in hoe hun eigen leed zich verhoudt tot dat van de anderen. Sommige mensen zijn halfzijdig verlamd, sommige mensen zijn veel ‘prikkel-gevoeliger’ geworden, en weer anderen zijn ook in hun spraakvermogen aangetast. En unaniem wordt gevonden, dat dàt toch wel het ergst is; als je niet meer kunt praten en niet meer kunt vertellen wat er in je om gaat. Juist als je zoiets ingrijpends hebt meegemaakt als een herseninfarct, en daar zó graag over wilt praten met de mensen om je heen. Het is moeilijk om het leed van een ander in te schatten, maar het lijkt me inderdaad één van de ergste dingen die je mee kunt maken: niet meer kunnen verwoorden wat je voelt. Door je niet meer te kunnen uiten, ben je als het ware opgesloten in jezelf en dat moet verschrikkelijk eenzaam voelen.

Voor mij als geestelijk verzorger is het in die situatie ook lastig te communiceren. Natuurlijk zijn er mogelijkheden als muziek, tekenen en schilderen, ‘praten’ via afbeeldingen en dergelijke. Maar juist bij geestelijke verzorging zijn woorden van enorme betekenis. Wat ik wél kan doen, in zo’n situatie, is bidden en Bijbellezen. Natuurlijk tast ik eerst zorgvuldig met de desbetreffende revalidant af of dit op prijs wordt gesteld. Soms vraag ik het ook de familie. Het zou natuurlijk niet goed zijn om iemand die zich niet in woorden kan uiten een gebed en een Bijbeltekst op te dringen. Vaak wordt het lezen van een Bijbelgedeelte ervaren als de ‘lichtste variant’ van het duo bidden en Bijbellezen. Veel mensen kiezen ervoor om met mij alleen een Bijbelgedeelte te lezen, en het bidden zelf te doen. Bidden wordt toch vaak ervaren als iets intiems en privé.

Laatst was ik weer op bezoek bij Elske. Een mooie vrouw van middelbare leeftijd, die na een herseninfarct alleen wat onbestemde geluiden voort kan brengen. Elke keer als ik haar zie, vraag ik haar of ze het op prijs stelt samen te bidden. Dan knikt ze altijd heftig en blij. Ik vraag ook altijd of ik haar een stukje uit de Bijbel zal voorlezen. Maar dan is de reactie heel resoluut: dat wil ze niet, en dat maakt ze kenbaar door een heel duidelijk nee-schudden. Ik keek nog eens in haar dossier en ik zag dat Elske wel gedoopt is in een orthodoxe kerk, maar gedurende haar leven afscheid heeft genomen van die strenge kerk aan de rechterflank. Kennelijk heeft ze afscheid genomen van de vorm, maar niet van de inhoud en leeft de religieuze gevoeligheid die ze als kind heeft meegekregen volop in haar. Ze wil de Bijbelteksten -die voor haar waarschijnlijk ook deel uitmaken van de strenge en niet altijd plezierige vorm waarin het geloof haar is overgedragen- niet meer horen, maar de verbinding met datgene wat ons overstijgt nog graag ervaren. Voor haar is de ‘lichtste variant’ van de twee niet het Bijbellezen, maar het bidden… Dus gaan we samen in gebed. De Bijbel blijft gesloten.

Anneke van der Velde
voorganger Vereniging van Vrijzinnigen
veld5834@planet.nl